Broeders hoeder zijn

Hoort het hoeden (voor en naar elkaar) over Yeshua’s familie bij het worden van een volk, dat naar YHVH’s Naam genoemd is?

Jer_14:9  Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held, die niet kan verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o YHVH/HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons niet.
Jer_15:16  Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, YHVH Tzevaot/ o HEERE, God der heirscharen!

Gen 4:9  En YHVH zeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder? 

brother’sH251 keeper?H8104

keeper:
שָׁמַר
shâmar
shaw-mar’
A primitive root; properly to hedge about (as with thorns), that is, guard; generally to protect, attend to, etc.: – beware, be circumspect, take heed (to self), keep (-er, self), mark, look narrowly, observe, preserve, regard, reserve, save (self), sure, (that lay) wait (for), watch (-man).

YHVH vroeg Kaïn niet zomaar wat! Kaïn was eerstgeborene. En de eerstgeborene had een belangrijke taak. Nu ook. YHVH vroeg naar zijn verantwoording als eerstgeboren broer. En Kaïn antwoordde YHVH met een wedervraag of hij zijn broers hoeder was. Natuurlijk hoorde hij te waken voor zijn jongere broer. Kaïn was immers ouder en meer ervaren. Maar Kaïn verzaakte zijn taak om over zijn jongere broer te waken/shamar. Hij wilde geen hoeder, geen wachter over zijn broer zijn.

Isa 41:28  Want Ik zag toe, maar er was niemand, zelfs onder dezen, maar er was geen raadgever, dat Ik hen zou vragen, en zij Mij antwoord geven zouden. 

Nu zijn wij uit de volkeren tot het geloof in Yeshua gekomen.

Yeshua waarvan gezegd wordt:

1Co_15:20  Maar nu, de Gezalfde/Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn.
1Co_15:23  Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling de Gezalfde/ Christus, daarna die van Hem zijn, in Zijn toekomst.

Eerst Hij, Yeshua en in navolging van Hem, wij. En wat zijn wij?

Denkend aan de belofte via Abraham naar Efraïm, die de geestelijke eerstgeboortezegen kreeg, zijn wij uit de volkeren de eerstelingen des geestes (geestelijk de eerstelingen ná Yeshua).

Jas_1:18  Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.

Daar hoort een belangrijke taak bij: zorg dragen, voor een ander instaan, hoeden, naar elkaar omzien in navolging van Yeshua, Die als Eersteling ons zo liefhad dat Hij Zijn leven ervoor gaf.

Bij de eersteling hoort het wachtersschap. hebreeuws voor Notsrim of Natzarim.

Net zoals Abba YHVH aan Kaïn vroeg naar zijn verantwoording, zo vraagt Hij van ons hoe wij met degenen omgaan die Hij aan ons toevoegt of waar wij een geestelijke band mee krijgen.

Als wij allen, de eerstelingen naar de Geest, zorg gaan dragen zoals YHVH dat van ons verwacht, handelen wij niet langer meer vanuit individualistsche motieven maar vanuit het besef dat wij een volk worden naar Zijn Naam genoemd.

Het is zaak dat wij gaan beseffen wat de kenmerken zijn om een volk te worden wat naar Zijn Naam genoemd is.

Na het beseffen de keuze maken om daarover verantwoording te nemen om te gaan doen, zodat YHVH verder kan gaan met Zijn plan in onze dagen.

Hij is het niet Die vertraagt, dat zijn wij!

Lam_3:40  Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot YHVH.

Nawoord:

1Pe 2:9  Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; 
1Pe 2:10  Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. 
1Pe 2:11  Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel; 
1Pe 2:12  En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. 

Psalm 133:

Psa 133:1  Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen! 
Psa 133:2  Het is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aaron, die nederdaalt tot op den zoom zijner klederen. 
Psa 133:3  Het is gelijk de dauw van Hermon, en die nederdaalt op de bergen van Sion, want YHVH/ de HEERE gebiedt aldaar den zegen en het leven tot in der eeuwigheid. 

Efeze 4: 1- 32

@Hadassah

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s