Een schrijven van Ephraim en Rimona Frank:

Zeer recentelijk heb ik een boek gelezen van David R. Parsons genaamd, “Flood Gates”. Misschien kennen sommigen van jullie zijn geschriften al. De titel komt uit het historische verslag van de zondvloed in de dagen van Noach, terwijl het verhaal de redenen blijft specificeren die de toorn van de Almachtige op de oude wereld van die dag brachten. De auteur spoelt dan snel vooruit naar onze moderne tijd en probeert een vraag te beantwoorden die veel bijbelgelovigen tegenwoordig stellen: ‘Leven we weer in de dagen van Noach?’ Men zou blind moeten zijn om niet te zien dat deze wereld, zij het onopgemerkt, op eierschalen naar de uitstorting van de “toorn van het Lam” loopt. We weten niet hoelang we hebben voordat de beker der ongerechtigheid zal worden uitgegoten, zoals Petrus verwees: “Toen Elohim geduldig wachtte in de dagen van Noach, tijdens de bouw van de ark, waarin een paar, dat wil zeggen acht personen , werden gered door het water” (1 Petrus 3:20).

Er is echter goed nieuws, zelfs te midden van Elohims oordelen. YHVH bewaart voor Zichzelf altijd een rechtvaardig overblijfsel dat zal overleven en Hem en het Lam onder alle omstandigheden en omstandigheden zal blijven dienen.

In de Parashat B’shalach van deze week zijn we getuige van de machtige rechterhand van YHVH die onze voorouders verlost van het doorlezende leger van Farao. In Exodus hoofdstuk 13:21-22 lezen we een zeer bemoedigend woord aan deze vluchtenden:

En YHVH ging voor hen uit, overdag in een wolkkolom om de weg te wijzen, en ’s nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, dus om dag en nacht te gaan. Hij nam de wolkkolom overdag en de vuurkolom ’s nachts niet weg van het aangezicht van de mensen”.

Ik haal de grote diepgaande betekenis uit deze woorden naar voren, dat YHVH in feite tegen hen zei: ‘Ik zal je niet in de steek laten, maar zal je licht in de duisternis zijn en je overdag bedekken. Ik zal je leiden en beschermen, ook al weet je niet wat er voor of achter je is’. “Want Hijzelf heeft gezegd: ‘Ik zal je nooit verlaten of in de steek laten.’ Dus we kunnen vrijmoedig zeggen: ‘YHVH is mijn helper; Ik zal niet vrezen. Wat kan een mens mij aandoen?’” (Hebreeën 13:5-6; Psalmen 118:6). Maar als we door moeilijke tijden moeten gaan, stelt de apostel ons een vraag: “… wat voor soort personen behoort u te zijn in het leiden van levens van heiligheid en godsvrucht?” (2 Petrus 3:11). Eerder in zijn brief wees Petrus er al op dat YHVH ons alles heeft gegeven met betrekking tot leven en godsvrucht, en dat we deel hebben aan de goddelijke natuur (ref. 2 Petrus 1:3-4).

Door deze kracht te hebben ontvangen, zijn we in staat om te wandelen op een manier die YHVH’s instructie met betrekking tot gerechtigheid vervult, door “…eensgezind te zijn, mededogen en liefde voor elkaar te hebben; … tederhartig, hoffelijk; geen kwaad met kwaad vergelden of beschimpen met beschimpen, maar integendeel zegenend, wetende dat we hiertoe geroepen zijn, opdat we een zegen zullen beërven” (1 Petrus 3:8-9).

Deze zegen kan van toepassing zijn op ons als het overblijfsel van rechtvaardigen, die beschermd zijn en zullen worden tijdens dagen waarin YHVH de goddelozen oordeelt.

Aangezien de tijden slecht zijn, moeten we op onze hoede zijn en ervoor zorgen dat we niet verslappen in ons onderscheidingsvermogen. “Laten we zonder aarzelen vasthouden aan de belijdenis van onze hoop, want hij die beloofd heeft, is getrouw. En laten we eens kijken hoe we elkaar kunnen prikkelen tot liefde en goede daden… maar elkaar aanmoedigen, en des te meer naarmate je de Dag ziet naderen’ (Hebreeën 10:23-25).

https://etzbneyosef.blogspot.com/2022/01/walking-on-egg-shells.html

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s