We zijn allemaal bekend met wat de Schrift zegt over de afwezigheid van visie, namelijk: “waar geen visie is, zijn de mensen ongeremd [naakt of komen om], maar gelukkig is hij die de Thora houdt” (Spreuken 29:18).
In de afgelopen jaren zijn veel gelovigen over de hele wereld teruggekeerd naar de Thora en hebben ze uit deze geschriften geleerd dat zij zelf degenen zijn over wie de profeten schreven. Dus de grote hoop en visie voor velen van de verlosten van Israël, in de naties, was de terugkeer van Yeshua en wat de “Grotere Exodus” wordt genoemd (en ik bedoel niet de opname). Ik wil een droom met jullie delen die ik onlangs had:
ik bevond me in een water dat zich uitstrekte zo ver als je kon zien. Het water was volkomen kalm, er was niet eens een lichte bries die het roerde. Ik was bezorgd, want zonder een kleine windvlaag zou er geen beweging zijn. Het voelde alsof het stilte voor een storm was. Toen ik wakker werd, dacht ik dat de wateren het lichaam van de mensheid waren en dat de winden van de Geest van YHVH op het punt stonden op die wateren te blazen.
Vaak wanneer de wind van richting verandert, is er een periode van rust. Zoals ik in eerdere brieven heb vermeld, staan de woorden van de profeten van weleer in de voorhoede van de huidige vervulling, wat wijst op de wederkomst van de Messias (zie Handelingen 3:19-21). De natuur leert ons dat de oceaanwateren onderhevig zijn aan een cyclus van verdamping, condensatie en neerslag, en zo gaat het ook met de wateren van de mensheid en het profetische woord. Daarom moeten we goed letten op de herhaalde rondes van profetie: “Yeshua de Messias (Het Woord van Elohim) is dezelfde gisteren, vandaag en in der eeuwigheid” (Hebreeën 13:8). Zoals hierboven vermeld, is het visioen dat voor ons ligt de “grotere uittocht” en natuurlijk de terugkeer van onze Messias, thema’s die bijna elke profeet noemt of daarop zinspeelt. Deze gebeurtenissen zullen worden voorafgegaan door een periode van grote moeilijkheden en turbulentie.
Ik geloof dat we op het punt staan getuige te zijn van de strengheid van de woorden van YHVH zoals opgetekend in Jesaja 24:
“Zie, YHVH legt de aarde verwoest, verwoest haar, vervormt de oppervlakte en verstrooit haar bewoners. En het volk zal zijn als de priester, de dienaar als zijn meester, de meid als haar vrouw , de koper als de verkoper, de geldschieter als de lener, de schuldeiser als de schuldenaar. De aarde zal volledig verwoest en volledig geplunderd worden, want YHVH heeft dit woord gesproken. De aarde treurt en verdort, de wereld vervaagt en verdort, de verhevenen van de mensen van de aarde vervagen. De aarde is ook vervuild door haar bewoners, want zij hebben de wetten [Torah] overtreden, de inzettingen veranderd, het eeuwige verbond verbroken. Daarom verslindt een vloek de aarde, en degenen die erop leven, worden schuldig bevonden. Daarom worden de bewoners van de aarde verbrand en zijn er nog maar weinig mensen over…’
Maar het volgende hoofdstuk, 25, begint met: “O YHVH, U bent mijn Elohim. Ik zal U verhogen, ik zal Uw naam prijzen, want U hebt wonderbaarlijke dingen gedaan; Uw oude raadgevingen zijn trouw en waarheid.” Waarom de uitbundigheid in YHVH en de lof? Laten we verder lezen: „Want Gij hebt een stad tot een ruïne gemaakt, een versterkte stad tot een ruïne, een paleis van vreemdelingen om geen stad meer te zijn; Het zal nooit meer worden herbouwd. Daarom zullen de sterke mensen U verheerlijken; De stad van de verschrikkelijke naties zal U vrezen.” Hoe troostend zijn de volgende woorden: “Want U bent een kracht geweest voor de armen, een kracht voor de behoeftige in zijn nood, een toevlucht tegen de storm, een schaduw tegen de hitte; Want het blazen van de verschrikkelijken is als een storm tegen de muur…”. Net zoals de profeet Habakuk werd verteld, geldt het ook voor ons: “Want het visioen is nog voor een vastgestelde tijd; maar aan het einde zal het spreken, en het zal niet liegen. Hoewel het vertraagt, wacht erop; want het zal zeker komen, het zal niet wachten” (2:3).
Degenen onder ons die vasthouden aan het visioen van het herstel van het hele huis van Israël, hebben veel geloofskracht en aanmoediging nodig om het niet los te laten en door te zetten tijdens ontberingen. Het is een tijd die zwaar op onze ziel zal wegen, terwijl we wachten tot de Geest uit de vier winden waait en YHVH’s oogst van het overblijfsel naar de dorsvloeren van Zijn land verzamelt.
https://etzbneyosef.blogspot.com/2021/08/in-mean-time.html
Naschrift H: Toen ik vanmorgen dit schrijven van Ephraim en Rimona Frank opnieuw doorlas met name de laatste zinnen, kwam een andere geschiedenis in mijn gedachten, namelijk die van Noach. Noach die een openbaring en opdracht kreeg om een ark te bouwen. Dat had hij niet zomaar klaar! Daar heeft hij een lange tijd over gedaan. Noach bouwde vanuit geloof de ark. De mensen buiten zijn familie, die hem zagen bouwen en de openbaring niet gehad hadden, zullen hem niet gesteund hebben. Hij kon zijn vertrouwen enkel en alleen op YHVH stellen en de hulp om te volharden alleen van YHVH verwachten.
Laten wij steun vinden in de getuigenissen van anderen die ons voor gingen en diegenen die volharden willen tot het einde. Mat_24:13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal behouden worden. Heb_12:1 Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid (geduldig volharden) lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;
Isa_50:10 Wie is er onder ulieden, die YHVH/den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des YHVH’s HEEREN, en steune op zijn Elohim/God.