Abba Vader had een uniek plan en voor velen verborgen. Tot zekere tijd zouden alleen een paar getuigen de eeuwen door een bevestiging zijn, dat de profetieën betreffende het afgescheurde noordelijke koninkrijk, niet Juda, welke het zuidelijke deel betreft, maar langs de unieke zegen door Yaacov aan Efraïm de jongste zoon van Yosef, in de toekomst tot aanzijn geroepen worden.
We kennen de instructies die Ezechiel moest uitbeelden hoe de profetie tot stand zou komen. We weten dat er voor het noordelijke deel, genaamd Israel, na de scheidsbrief geen huwelijk in het vooruitzicht lag, ténzij.. Alhoewel Juda ook andere goden naliep, getuige Jeremia 3, werd, omdat Yeshua uit Juda voort zou komen, Juda geen Lo Ammi, maar bleef altijd bekend met naam en hun beleving van Torah. Zij mochten de scepter dragen totdat Silo ( Yeshua) kwam. Sindsdien is er maar één verlossingsweg voor Efraïm en in navolging van hen wanneer zij tot volle wasdom komen in die hoedanigheid, Abba Vader hen tot voorbeeld zet, getuige de vele profeten, de vijf boeken van Mozes en de brieven der apostelen.
De zegen van Efraïm luidt: “…maar nochtans zal zijn kleinste broeder (Efraïm)groter worden dan hij, en zijn zaad zal een volle menigte van volkeren worden.
Gen 48:20 Alzo zegende hij ze te dien dage, zeggende: In u zal Israel zegenen, zeggende: God zette u als Efraim en als Manasse! En hij zette Efraim voor Manasse.
Efraïm wordt vóór Manasse gezet. Efraïm wordt eerstgeborene in plaats van Manasse.
Efraïm én Manasse worden zonen van Yaacov/Jacob en de zonen na hen zullen het geslacht van Yosef zijn:
Gen 48:3 Daarna zeide Jakob tot Jozef: God de Almachtige, is mij verschenen te Luz, in het land Kanaan, en Hij heeft mij gezegend;
Gen 48:4 En Hij heeft tot mij gezegd: Zie, Ik zal u vruchtbaar maken, en u vermenigvuldigen, en u tot een hoop van volken stellen; en Ik zal aan uw zaad na u dit land tot een eeuwige bezitting geven.
Gen 48:5 Nu dan, uw twee zonen, die u in Egypteland geboren waren, eer ik in Egypte tot u gekomen ben, zijn mijne; Efraim en Manasse zullen mijne zijn, als Ruben en Simeon.
Gen 48:6 Maar uw geslacht, dat gij na hen zult gewinnen, zullen uwe zijn; zij zullen naar hunner broederen naam genoemd worden in hun erfdeel.
Jer 31:20 Is niet Efraim Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? Want sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk aan hem; daarom rommelt Mijn ingewand over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk ontfermen, spreekt de YHVH.
We kunnen het allemaal nalezen, maar waar ik naartoe wil is, dat zeker sinds een jaar of dertig in de vier winden der aarde diverse onafhankelijke getuigenissen komen van mensen uit de volkeren, die door een innerlijke openbaring van Abba Vaders Geest gingen zien dat de shabbat nog goldt en ook voor hen. De vraag die in hen opkwam was vaak wie zij dan waren, want Juda waren zij niet.
Een van hen, een pionierster van het eerste uur beschrijft in haar boek, dat de Geest van Heiligheid haar leidde naar het geschreven Woord, waar zij haar identiteit als Efraïm omarmde. En met haar zijn er, weliswaar in de minderheid in de zogenoemde messiaanse beweging, maar zeker diverse mensen uit alle lagen van de bevolking, alle geestelijke achtergronden, welke hetzelfde beschrijven.
Het is dus geen kwestie van afkomst, want velen zijn de eersten uit hun familie, het is ook geen kwestie van joodse verborgen wortels hebben, maar een verborgen openbaringswerk van Abba Vaders Geest, Die hen uit de volkeren verkiest, opleidt en uitzendt om te getuigen van dat wonderlijke.
Deze unieke openbaring gaat dwars tegen vele leringen in en zeker tegen hardnekkige doctrines. Omdat het één van de krachtigste daden van YHVH en mijns inziens noodzakelijk is, voordat geheel huis Israel hersteld zal gaan worden, is er veelal door onkunde veel tegenstand met name uit de religieuze hoek.
Bedenk, dat, hoe wij de termen Israel, Juda in het algemeen uitgelegd krijgen, toch anders is dan wat Abba Vader door ZIjn Geest van Heilgheid openbaart.
De kinderen israel in het verleden hielden alle stammen in plus veel vermengd volk. Er werd niet één stam boven alle anderen verheven. Juda was vroeger net zo goed een onderdeel van de kinderen Israels, als dat vermengde volk en de andere stammen waren.
Sinds de uiteenscheuring van dat ene rijk in tweeën, en het zuidelijke rijk Juda op zichzelf en bekend bleef, wil nog niet zeggen, dat zij geen kinderen Israels zijn en ook niet dat zij de enige zijn.
Abba Vader gaat hen weer toevoegen aan dat andere deel waar het gehele geschreven Woord van YHVH vol van staat.
Met dien verstande, dat allen die tot dat herstelde huis horen onder de ene Banier van Abba YHVH gaan.Zie: Eze_34:23 En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn.
Eze_37:24 En Mijn Knecht David (geheimenis) zal Koning over hen zijn; en zij zullen allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten wandelen, en Mijn inzettingen bewaren en die doen.
Hoe staat het nu, ruim dertig jaar geleden, door de unieke Hand van YHVH opgewekt, met het volkje Efraïm, ook wel genoemd, huis Israel/Yosef?
Heeft het Efraïm naar de belofte de zegen omarmd en verder gegaan in bestaande leringen en onderwijzingen? Of is het merendeel opgegaan in de beweging die shabbat en feesten op de manier invult van hun geestelijk jongere familie? Dan vallen zij kortgezegd ook het huis toe van dezen en verliezen zij de roeping van het Efraïm wat YHVH voor ogen staat.
Of heeft het merendeel onder hen de openbaringen van de Ruach haKodesh verkozen boven leringen van hen die niet uit de volkeren kwamen? Dan vallen zij het vernieuwd herstelde huis Israel toe, ook wel Efraïm of Yosef genoemd, totdat zij straks samen met alle andere nazaten uit stammen en volken, die ene kudde zullen zijn onderleiding van die ene Herder.
Want Efraïm die de eerstgeboortezegen van Yaacov kreeg , heeft een heel andere taak dan het toendertijd zuidelijke koninkrijk. Degenen die uit de menigte der volken komen, moeten de informatie rechtstreeks van hun Vader (1) ontvangen. Daarvoor was ook de Ruach haKodesh uitgestort op allen die er waren daar- Joh 14:26
Het bezwaart mijn hart al een heel poosje dat Efraïm in een indentiteitscrisis zit en waardoor het werk vertraagt wordt. Naast het zien dat de kinderen Israels van destijds voorzegd in 1 Corinthe 10 ons tot voorbeeld zijn gesteld, dreigt met wat wij verder lezen in datzelfde hoofdtuk, waarheid te worden. Het Efraïm wat Abba Vader uit de volkeren riep had al lang vast voedsel kunnen eten, maar buurt bij anderen in plaats van bij de Vader. Want Abba Vader heeft voor ogen dat geheel Israel behouden zal gaan worden, maar wél en alleen volgens Zijn voorwaarden en niet volgens die van ons in eigen kunnen en eigen gekozen voorwaarden.
Dat brengt mij naar Hos 7:8 Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; Hos 7:9 Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet.
Hos 7:10 Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot YHVH, hun God, noch Hem zoeken in alle deze.
Hos 7:11 Want Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen tot Assur.
Hos 7:12 Wanneer zij zullen henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal ze tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering.
Hos 7:13 Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen Mij.
Hos 7:14 Zij roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen op hun legers; om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij.
Hos 7:15 Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij.
Hos 7:16 Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedriegelijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap hunner tong; dit is hunlieder bespotting in Egypteland.
In de afgelopen tijd zijn al diverse roepstemmen uitgegaan, maar we hoeven tot ons verdriet maar rond te kijken en we zien vele mensen (uitgezonderd enkelen en écht de minderheid) die wanneer wij naar hun identiteit vragen, zeggen Efraïm (naar de belofte) te zijn, maar hun initiatieven zijn vanuit het vlees en niet vanuit Vaders Hart.
We weten wat er in Numeri 14 gebeurde en in 1 Corinthe 10. Abba Vader gaat door, desnoods een generatie later, maar dat hoeft niet, tenzij wij ons bekeren. Daadwerkelijk en grondig.
De enige weg eruit is onze Maker en Man als eerste in ons leven erkennen. Onze roeping als Israel naar de belofte verstaan en het onderwijs vanuit Vaders hart verkiezen boven alle andere stemmen die er mogelijk op zouden lijken. Daarin volharden om onze Maker en Man op de eerste, hoogste plaats te zetten.
Jes._54:5 Want uw Maker is uw Man, YHVH Tzevaot/ HEERE der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems genaamd worden.
Gij, (ondertrouwde vrouw), zult geen andere goden (mannen) voor Mijn Aangezicht zetten!
De eerstgeboortezegen is groots en houdt in dat vele volkeren het onderwijs van Abba Vader uit de eerste hand zullen horen van hen die trouw en met volharding onze Maker en Man als enige Liefde in hun leven verkiezen.
Hun staat de waarschuwing levendig voor ogen in Openbaring 2:4 Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.
Rev 2:5 Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.
Hen gaat de relatie met YHVH door Yeshua boven alles. Zo hebben zij gekozen en zo zijn zij gevormd. Vaak door leed en afwijzing heen, maar het liefflijke van Zijn Hart en Zijn verborgen Aanwezigheid en Zijn keuze om hen Zijn gedachten te vertellen, is een eindeloze verwondering. Hun keuze staat vast. Toewijding en trouw aan Hem Die hen redde en op een hoogte stelde.
Abba Vader gaat door met Zijn plan, ook al zou de meerderheid hun eigen weg verkiezen en we weten uit de kinderen Israels, die ons tot voorbeeld werd, wat zich kan gaan herhalen.
1Co 10:5 Maar in het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter nedergeslagen.
Num 14:30 Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.
Num 14:31 En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.
Num 14:32 Maar u aangaande, uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen!
We kunnen hieruit concluderen dat Abba Vader doet wat Hij zegt. Laten we dat niet over het hoofd zien.
Abba Vader kwam met een lieflijke uitnodiging, maar wanneer wij volharden onze eigen weg te gaan, zullen wij de consequenties daarvan ook moeten oogsten.
Het is een conditionele keuze.(2)
Beproef mijn woorden!
- Het geschreven Woord van YHVH waar niets aan af of toegevoegt is en door Zijn Geest van Heiligheid nader verklaard. Getuige psalm 25, Joh 14:26 en vele andere aanhalingen.
- Deuteronomium 30; 1Corinthe 10