Al langere tijd heb ik de gedachte om aandacht te geven aan talenten binnen de groeiende Yosef/Efraimfamilie die gebruikt worden om ten dienste te staan van de gehele gemeenschap en waarin wij elkaar kunnen ondersteunen. Achteraf gezien blijken de Congressen die ik eerst samen met onze zoon en later met mijn echtgenoot erbij bezocht, steeds meer waarde te krijgen. Wellicht vanwege de bijzondere tijd, onderwerp en deelnemers.
Gedurende de eerste reünie daar op dat speciale plekje, kwam er een beeld in mijn gedachten van een kudde schapen die bijeen verzameld vanaf de bergen naar een kraal gevoerd werden waar zij allen tegelijkertijd gevoed, gewassen en toegerust werden. Evenals de beschrijving uit 1 Corinthe 10: 1-4 vond ik ook in deze passage een overeenkomst:
1Co 10:1- 4 En ik wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn;
En allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee;
En allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben;
En allen denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Yeshua/ Christus.
In de navolgende jaren ontmoetten we dan hier dan daar mensen die we op een van deze congressen hebben ontmoet en zelf ervaar ik dat deze congressen een kostbare gelegenheid werden waaruit relatie, vertrouwen en toewijding ontstonden door dik en dun ongeacht onze eigen kwetsbare momenten. Dat vertrouwen en die toewijding zetten nu zoden aan de dijk, omdat er zichtbaar bewijs groeide met elke handeling vanuit de bewustwording wie we zijn, waar we voor geroepen zijn en hoe wij ons dienen op te stellen in onze voorbeeldfunctie.
Dat er wisseling van de wacht plaatsvond, testen door de gelederen gingen en ook wel mensen afhaakten, ontkennen we niet, maar het concept op zich blijkt levensvatbaar omdat het plan van Abba YHVH in deze tijd pas voeten in de aarde kreeg.
Abba Vader weet wat maaksel wij zijn, dus Hij overzag het. In deze beweging krijgt een ieder kans om met zijn/haar geestelijk pakket aan gaven plus zijn/haar talenten iets te gaan doen.
De titel die in gedachten kwam, heb ik uit het geschreven Woord, wat in Gal 6:10 beschreven staat: ” Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.”
De verzen vanaf vers 1 geven een beschrijving weer, waardoor wij verstaan wie met deze geloofsgenoten bedoeld worden buiten allen die evengoed het goede nieuws horen mogen.
We mogen deze huisgenoten des geloofs, helpen om hun werk te blijven doen.
Onder de categorie Huisgenoten des geloofs vermeld in Galaten 6:10 ga ik hen naar voren halen die spontanerwijs in gedachten komen of die ik op mijn wandel ontmoet…
